vrijdag 11 december 2009

De geboorte van de gevangenis.

Paul-Michel Foucault die centraal staat in deze beschouwing, is een persoon die me eigenlijk vrij onbekend was. Daarom heb ik wat meer opgezocht over zijn persoon. Foucault (1926 – 1984) was een Frans filosoof. Zijn werk kan verdeeld worden drie periodes waarin de volgende kernbegrippen centraal staan: waarheid (jaren ’60), macht (jaren ’70) en lust en het zelf (jaren ’80). Het is in 1975 dat hij ‘Surveiller et punir. Naissance de la prison’ schrijft.

Foucault stelt in dit werk dat het netwerk van gevangenissen, dat zich vanaf het begin van de negentiende eeuw over Europa uitbreidt, niet in de eerste plaats bedoeld is om overtreders van de wet te straffen, maar dat het veel belangrijker was om normen vast te leggen en te hanteren. Deze normen dienden om misdadigers te meten, kennen, beheersen en controleren. In eerste instantie stelt de plotselinge opkomst van gevangenissen Foucault voor een raadsel. In de late helft van de achttiende eeuw woedde er immers een felle discussie hieromtrent. De hervormers van het strafrecht formuleerden een aantal kritieken op de gevangenis die nu nog actueel zijn. Dat de gevangenis desondanks toch zo massaal en plots werd ingevoerd heeft volgens de auteur te maken met de uitbreiding van de normerende disciplines die het eenvoudig straffen van overtreders van de wet verdrongen. De gevangenis mag dan wel geen geschikte plaats zijn als strafinstituut, het was wel de ideale institutie waar ‘de disciplines’ zoals Foucault ze noemt, zich konden incorporeren. Deze ‘disciplines’ zijn kleine, onopvallende technieken die mensen beheersbaar en kenbaar maken. Ze worden vooral in afgesloten ruimtes zoals scholen, ziekenhuizen en dus ook gevangenissen uitgewerkt. In alle disciplines staat ‘de norm’ centraal. Dat is de macht van het normale die onderscheidingen aanbrengt tussen individuen. Het officiële doel van gevangenissen was de misdaden te verhinderen en de criminaliteit te laten afnemen.

Het was echter al van in het begin duidelijk dat deze doelen niet bereikt werden. Integendeel: de gevangenissen scheppen een milieu van delinquenten, detentie leidt tot een recidive van 30%, er worden geen verbeterde, maar gevaarlijke individuen losgelaten. Met andere woorden de misdaad werd in stand gehouden.

Dan stelt zich onvermijdelijk de volgende vraag:“hoe komt het dat de gevangenis ondanks het voortdurend aangetoonde falen ervan tot heden heeft standgehouden?” Foucault redeneert dat delinquentie gemakkelijker te beheersen was dan het diffuse, politiek getinte verzet dat zich aan het eind van de achttiende eeuw tegen de opkomst van het kapitalisme richtte. Het bestaan van een beheerste delinquentie biedt tevens de mogelijkheid tot een snelle uitbreiding van de politie. De verwijzing naar criminaliteit legitimeerde de groei ervan als controle- en beheersingsapparaat. Dit zijn enkele positieve effecten die het bestaan van de gevangenissen rechtvaardigen.

WYDOOGHE B., Economische, politieke en sociale geschiedenis. Ipsoc-Katho, ongepubliceerde cursus, Kortrijk, 2009.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Michel_Foucault

Geen opmerkingen:

Een reactie posten