donderdag 17 december 2009

De hedendaagse steden

Grote steden zoals Gent, Antwerpen, Brussel oefenen nog altijd wel een aantrekkingskracht uit op mensen zonder kinderen. In de steden is er meer werkgelegenheid en er valt meer te beleven, denk maar aan de talrijke uitgaansmogelijkheden die de steden bieden zoals musea, bioscopen, restaurants etc.
Vandaag zijn deze steden ook verdeeld in verschillende buurten: deze waar de migranten en kansarmen wonen, zoals de Marollen in Brussel en het Rabot in Gent, de buurten waar de welgestelde bevolking woont etc.

In de vorige eeuw hebben echter ook de tegengestelde beweging gezien: gezinnen met hogere inkomens en kinderen ontvluchtten de stad omdat de kwaliteit van de woonomgeving zeer belangrijk is geworden. De stad wordt geassocieerd met onveiligheid en drukte. Dit werden periodes van selectieve stadsvlucht genoemd. Deze stadsvluchten resulteerden in een verzwakt sociaal profiel van de stadsbewoners en daarmee verbonden een duidelijk afgebakende ruimtelijk gebonden kansarmoede en problemen van sociale cohesie. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor het opbouwwerk en buurtwerk, die behoren tot het domein van het sociaal cultureel werk en die trachten de bevolking of bepaalde doelgroepen actief te betrekken bij de vormgeving van de samenleving.

Het opbouwwerk kwam tot stand in de jaren zestig van de vorige eeuw en ijvert o.a. voor een verbetering van de leefomstandigheden in verpauperde stedelijke wijken, voor de integratie van minderheidsgroepen zoals migranten en woonwagenbewoners. Enkele belangrijke thema’s voor de verschillende opbouwwerkinstituten zijn: stedelijke wijkontwikkeling, ontwikkeling van stagnerende stadskernen, diversiteit en multiculturaliteit.

Het buurtwerk ontstond in de jaren vijftig van de vorige eeuw toen priesters en kloosterzusters zich het lot aantrokken van de meest verpauperde volksbuurten. Er ontstonden ontmoetingsplaatsen voor armen, die er steun en hulp vonden. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig werd deze hulpverlening professioneler. Het buurtwerk wil de bewoners betrekken bij het leven en samenleven in de buurt en is gericht op het sociale leven in al zijn aspecten. De drievoudige opdracht die zij wil vervullen bestaat uit het aanbieden van een sociaal netwerk aan buurtbewoners en dan vooral aan vereenzaamde mensen, de bewoners en vrijwilligers betrekken bij initiatieven zoals veiligheid, multicultureel samenleven en hen een stem geven in het publieke debat.

Veel mensen in de stad kennen hun buren nauwelijks of niet. Er is dan ook veel eenzaamheid. Als je vroeger in een nieuwe buurt kwam wonen dan kreeg je nog wel eens een bezoekje van je buren om kennis te maken of gewoon uit nieuwsgierigheid. Nu worden burenruzies uitgevochten op het vredegerecht of via bemiddelaars. Het valt me op dat steeds meer buurten aan buurtwerking doen om mensen weer met elkaar in contact te brengen en de integratie van verschillende culturen te ondersteunen. Vrijwilligers zijn hier een belangrijke schakel in het goede verloop van de verschillende activiteiten en projecten.

Vlaamse centrumsteden zijn anno 2009 opnieuw in trek. Sinds enkele jaren lijkt de stadsvlucht definitief gekeerd. Uit cijfers van de Stadsmonitor, het vergelijkend onderzoek van de dertien Vlaamse centrumsteden, blijkt dat er sedert enkele jaren meer mensen zich in de stad gaan vestigen dan dat er mensen hun heil elders zoeken, wat dan weer de discussie met zich meebrengt over de betaalbaarheid van de woningen en de beschikbaarheid van sociale woningen.


DE COCK M., DEKEYZER K. & DESMET A.(Ea.). Sociale instituties. Ipsoc-Katho, ongepubliceerde cursus, Kortrijk, 2009.
TELEN S., ‘Stadswoningen’ in strijd tegen stadsvlucht. In: Het Nieuwsblad, 12 november 2009.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten